Historie

Schoolstrijd

Bron: Ton van der Schans


De Hervormde kerk liet in de eerste helft van de 19e eeuw de school aan haar lot over. De kerk heeft zich niet verzet tegen de ontkerstening van de natie door de veroppervlakkiging van het onderwijs. Dit kwam omdat ze geleid werd door mannen die zelf door de verlichtingsgeest geleid werden. Hierin schuilt een diepe tragiek. In de geschiedenis van ons volksdeel in eerste helft van de 19e eeuw wordt de kerk van de natie gescheiden. Terwijl de staat en de kerk juist eenheid pretendeerden na te streven in het Koninkrijk. De schoolwet van 1806 en het beruchte Algemeen Reglement van Bestuur der Hervormde Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden van 1816 werden dé symbolen van de eenheidsstaat. School en kerk moesten de grondslag leggen voor een betere samenleving van gelukkige mensen. Kerk en onderwijs moesten bijdragen aan volksbeschaving. Ze stonden in dienst van een nieuwe visie op staat en maatschappij. Nationaal onderwijs moest deugdzame en kundige staatsburgers vormen. Eenheid wordt een dwingende ideologie. Het onderwijs moest vanaf 1816, evenals de Hervormde kerk deelnemen, aan het project van de natiestaat. Het Nederlandse volk was in godsdienstig opzicht verdeeld in: Hervormden, rooms-katholieken, Doopsgezinden, Luthersen, Remonstranten, Joden, sinds 1834 ook Afgescheidenen. Deze verdeeldheid deed het proces van culturele natievorming en het staatkundige en kerkelijke centralisatiestreven geen goed. Het onderwijs en de kerk werden gezien en gewenst als instanties ter bevordering van de volksbeschaving.